Algemene Voorwaarden

Artikel 1 Definities

In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder:

  1. de aannemer: Van Zundert Sloopwerken BV, gevestigd op het adres Van Vredenburchweg 132, 2283 TG Rijswijk Zh;
  2. de aannemingssom: het bedrag, waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
  3. het bestek: de beschrijving van het werk, de daarbij behorende tekeningen, de voor het werk geldende voorwaarden, de nota van inlichtingen en het proces-verbaal van aanwijzing;
  4. bouwstoffen: de in het werk te brengen materialen, voorwerpen, onderwerpen, onderdelen, installaties of onderdelen daarvan, grond van allerlei soort en dergelijke;
  5. dag: kalenderdag;
  6. de opdrachtgever: de natuurlijke of rechtspersoon, die het werk opdraagt;
  7. de overeenkomst: de tussen opdrachtgever en aannemer tot stand gekomen overeenkomst van aanneming van werk;
  8. het werk: het uit te voeren (sloop)werk
  9. werkdag: een kalenderdag, tenzij deze valt op een algemeen of ter plaatse van het werkerkende, of door de overheid dan wel bij of krachtens collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven rust- of feestdag, vakantiedag of andere niet individuele vrije dag.


Artikel 2 Toepasselijkheid en aard van de overeenkomst

  1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle offertes, aanbiedingen en overeenkomsten voor het verrichten van werkzaamheden en op elke tot stand gekomen overeenkomst op afstand tussen de aannemer en de opdrachtgever.
  2. De overeenkomst tussen opdrachtgever en aannemer voor het verrichten van werkzaamheden dient te worden beschouwd als een overeenkomst voor aanneming van werk in de zin van titel 12 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 3 Het aanbod

  1. Alle offertes en algemene aanbiedingen van de aannemer zijn vrijblijvend, tenzij uitdrukkelijk anders is vermeld. Offertes zijn gebaseerd op de door de opdrachtgever bij een eventuele aanvraag verstrekte gegevens, van de juistheid waarvan de aannemer mag uitgaan.
  2. Alle aanbiedingen en offertes hebben een geldigheidsduur van 20 werkdagen, tenzij in de offerte anders is vermeld.
  3. In de offerte is niet begrepen het verwijderen van asbest of asbesthoudende materialen of zaken, tenzij in de overeenkomst uitdrukkelijk anders is aangegeven.
  4. Behoudens een uitdrukkelijk andersluidend beding zijn alle offertes gebaseerd op het uitgangspunt dat:
    1. de aannemer eigenaar wordt van alle vrijkomende (sloop)materialen en (sloop)materiaal met uitzondering van asbest, asbesthoudende zaken of andere verontreinigde en gevaarlijke stoffen en zaken;
    2. het (sloop)materiaal, (sloop)materieel en (sloop)afval dat niet verontreinigd is en als vrij toepasbaar kan worden afgevoerd en kan worden hergebruikt;
    3. tot de (sloop)werkzaamheden geen voorbereidende werkzaamheden behoren, alsmede het benodigde grondwerk, grondkeringen, damwanden, bestratingswerk voor het verrichten van sloopwerken en bemaling, tenzij in de offerte uitdrukkelijk anders is vermeld. Indien en voor zover het verrichten van grondwerk wel is inbegrepen, zijn de extra kosten die voortvloeien uit het ontgraven, afvoeren en storten en/of verwerken van grond die verontreinigd blijkt te zijn, dan wel anderszins niet meteen voor uitvoering van de opdracht geschikt is, voor rekening van de opdrachtgever, die daarvoor te allen tijde verantwoordelijk is en blijft.
  5. De aannemer kan niet aan zijn offertes of aanbiedingen worden gehouden indien opdrachtgever redelijkerwijs kan begrijpen dat de offertes of aanbiedingen, dan wel een onderdeel daarvan, een kennelijke vergissing of verschrijving bevat.
  6. Aanbiedingen of offertes hebben niet automatisch gelding voor toekomstige opdrachten.


Artikel 4 De overeenkomst

  1. De overeenkomst komt tot stand op het moment van aanvaarding door de opdrachtgever van het aanbod van de aannemer. Deze algemene voorwaarden maken onderdeel uit van de overeenkomst.
  2. De inhoud van folders, drukwerken en vergelijkbare bescheiden binden de aannemer niet, tenzij daarnaar in de overeenkomst uitdrukkelijk wordt verwezen.
  3. De aannemer is bevoegd bij de uitvoering van de overeenkomst derden in te schakelen. De kosten van deze derden zullen aan de opdrachtgever worden doorberekend conform de verstrekte prijsopgaven, tenzij in de overeenkomst uitdrukkelijk anders is aangegeven.


Artikel 5 Verplichtingen van de opdrachtgever

  1. De opdrachtgever zorgt er voor dat de aannemer tijdig kan beschikken over:
    1. de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke toestemmingen, die voor de opzet van het werk vereist zijn;
    2. het terrein of het water, waarop of waarin het werk moet worden uitgevoerd;
    3. voldoende gelegenheid voor aanvoer, opslag en/of afvoer van bouwstoffen en hulpmiddelen;
    4. aansluitingsmogelijkheden voor elektrische machines, verlichting, verwarming, gas, perslucht en water;
    5. alle aanwezige (bouwkundige) tekeningen en tekeningen waarop de ligging van ondergrondse kabels en leidingen zichtbaar is.
  2. De voor de werkzaamheden benodigde elektriciteit, gas en water, komen voor rekening van de opdrachtgever.
  3. De opdrachtgever is gehouden de plaats en het object waar de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in zodanige staat te brengen en te houden dat met de werkzaamheden kan worden aangevangen en deze kunnen worden voortgezet, één en ander ter beoordeling van de aannemer.
  4. Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, draagt de opdrachtgever zorg voor de afsluiting respectievelijk verbreking buiten de sloopgrens van alle in gebruik zijnde aansluitingen op openbare nutsvoorzieningen en eventuele andere door, over of onder het sloopterrein lopende leidingen en/of kabels en andere obstakels en stelt hiervoor de benodigde verklaringen ter beschikking.
  5. De opdrachtgever beschikt over een asbestinventarisatierapport en overlegt deze aan de aannemer en het object c.q. het terrein dient door de opdrachtgever veegschoon en ontdaan van zowel roerende als onroerende zaken – waaronder losse inventaris en vloerbedekking – te worden opgeleverd, tenzij anders overeengekomen.
  6. Indien niet nader is bepaald waar materiaal en materieel, die krachtens uitdrukkelijke schriftelijke overeenkomst eigendom van de opdrachtgever blijven, moeten worden gedeponeerd, is dit de locatie waar materiaal en materieel vrijkomen.


Artikel 6 Verplichtingen van de aannemer

  1. De aannemer is verplicht het werk uit te voeren naar de bepalingen van de overeenkomst zonder aanspraak op verrekening, bijbetaling of schadevergoeding anders dan in de gevallen waarin dat bepaaldelijk is voorgeschreven of kennelijk bedoeld is. De aannemer is verplicht al datgene te verrichten wat naar de aard van de overeenkomst door de wet, de billijkheid of het gebruik wordt verlangd.
  2. De wijze van uitvoering van de werkzaamheden moet zodanig zijn, dat voor de opdrachtgever dan wel voor derden geen nodeloze hinder is te duchten. De aannemer dient het werk zodanig uit te voeren, dat daardoor schade aan personen, goederen of milieu zoveel mogelijk wordt beperkt.
  3. Als aanvangsdatum van de uitvoering van het werk zal worden aangemerkt de datum die in de overeenkomst tussen de aannemer en de opdrachtgever is vastgesteld.
  4. De aannemer zal eerst dan met de werkzaamheden aanvangen als alle voor de uitvoering noodzakelijke gegevens - waaronder begrepen de benodigde vergunningen, goedkeuringen en beschikkingen en/of toewijzingen en in een voorkomend geval de rapportage van een asbestinventarisatie - door hem ontvangen zijn.
  5. De uitvoering van de opdracht geschiedt op basis van door of namens de opdrachtgever verstrekte gegevens, berekeningen en stukken. De opdrachtgever is onder alle omstandigheden verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de door hem aangeleverde gegevens, berekeningen en stukken. De aannemer aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de juistheid en/of (on)volledigheid van de door de opdrachtgever aangeleverde gegevens, berekeningen en stukken, uitgewerkte ontwerpen noch voor eventuele naar aanleiding daarvan verstrekte adviezen. De opdrachtgever vrijwaart de aannemer tegen alle aanspraken ter zake.
  6. De aannemer is verplicht opdrachtgever te wijzen op onvolkomenheden in door of namens de opdrachtgever voorgeschreven constructies en werkwijzen en in door of namens opdrachtgever gegeven orders en aanwijzingen, alsmede op gebreken in door opdrachtgever ter beschikking gestelde of voorgeschreven bouwstoffen en hulpmiddelen, voor zover de aannemer deze kende of behoorde te kennen.
  7. De aannemer is jegens de opdrachtgever nimmer gehouden tot vergoeding van schade als gevolg van aanspraken van derden jegens opdrachtgever, tenzij deze door de uitvoering van het werk is toegebracht en te wijten is aan zijn nalatigheid of onvoorzichtigheid of dat van zijn personeel, zijn onderaannemers of zijn leveranciers.
  8. De aannemer zorgt voor orde en veiligheid op het werk. Hij zorgt tevens voor een zodanige verlichting, dat een goede uitvoering van het werk gewaarborgd is.
  9. Indien door of namens de opdrachtgever het inschakelen van een bepaalde onderaannemer of leverancier is of wordt voorgeschreven, is de aannemer voor wat het presteren van die onderaannemer of leverancier betreft jegens de opdrachtgever tot niet meer gehouden dan tot datgene, waartoe de aannemer die onderaannemer of leverancier kan houden krachtens de voorwaarden door deze gehanteerd en zoals deze door de opdrachtgever zijn aanvaard of goedgekeurd.
    Indien de voorgeschreven onderaannemer of leverancier niet, niet tijdig of niet deugdelijk presteert en de aannemer het redelijkerwijs nodige heeft gedaan om nakoming en/of schadevergoeding te verkrijgen, zal de opdrachtgever de voor de aannemer ontstane meerdere kosten aan hem vergoeden, voor zover deze hem niet zijn vergoed door de onderaannemer of leverancier.
    Daartegenover zal de aannemer, op eerste verzoek van de opdrachtgever, aan deze vordering op de voorgeschreven onderaannemer of leverancier cederen tot aan het door de opdrachtgever aan hem vergoede bedrag.


Artikel 7 Uitvoeringsduur, uitstel van oplevering

  1. De termijn, binnen welke het werk moet worden opgeleverd, wordt in de overeenkomst uitgedrukt:
    1. hetzij in een aantal werkbare dagen;
    2. hetzij in een aantal kalenderdagen, -weken of –maanden;
    3. hetzij door een bepaalde dag te noemen.
  2. Indien een termijn is uitgedrukt in een aantal werkbare dagen, worden werkdagen, respectievelijk halve werkdagen, als onwerkbaar beschouwd, wanneer daarop door omstandigheden buiten de aansprakelijkheid van de aannemer gedurende ten minste 5 uren, respectievelijk ten minste 2 uren, door het grootste deel van de arbeiders of machines niet kon worden gewerkt.
  3. Als de oplevering van het werk zou moeten geschieden op een dag die geen werkdag is, geldt de eerstvolgende werkdag als de overeengekomen dag van oplevering.
  4. De termijn, binnen welke het werk moet worden opgeleverd, kan door de opdrachtgever worden verlengd, hetzij eigener beweging, hetzij op een daartoe strekkend verzoek van de aannemer. Een verzoek van de aannemer om termijnverlenging zal slechts in overweging kunnen worden genomen, indien dit schriftelijk geschiedt en – behoudens ontheffing van de opdrachtgever – ten minste 14 dagen voor het verstrijken van de termijn bij de directie is bezorgd.
  5. Indien door overmacht, door voor rekening van de opdrachtgever komende omstandigheden, of door het door of namens de opdrachtgever aanbrengen van wijzigingen in de uitvoering van het werk, niet van de aannemer kan worden gevergd dat het werk binnen de overeengekomen termijn wordt opgeleverd, heeft hij recht op termijnverlenging.


Artikel 8 Opneming en goedkeuring

  1. Binnen een redelijke termijn voorafgaand aan de dag waarop het werk naar verwachting van de aannemer voltooid zal zijn, nodigt de aannemer de opdrachtgever schriftelijk uit om tot opneming van het werk over te gaan.
  2. De opneming geschiedt zo spoedig mogelijk en in de regel binnen 8 dagen na de schriftelijke uitnodiging om tot opneming van het werk over te gaan. De dag en het tijdstip van opneming worden aan de aannemer tijdig en zo mogelijk ten minste 3 dagen tevoren schriftelijk medegedeeld. De opdrachtgever kan verlangen, dat de aannemer of zijn gevolmachtigde bij de opneming aanwezig is.
  3. Nadat het werk is opgenomen, wordt aan de aannemer binnen 8 dagen schriftelijk medegedeeld, of het al dan niet is goedgekeurd, in het laatste geval met opgaaf van de gebreken, die de redenen voor de onthouding van de goedkeuring zijn. Wordt het werk goedgekeurd, dan wordt als de dag van goedkeuring aangemerkt de dag waarop de desbetreffende mededeling aan de aannemer is verzonden.
  4. Wordt niet binnen 8 dagen na de opneming een schriftelijke mededeling, of het werk al dan niet is goedgekeurd, aan de aannemer verzonden, dan wordt het werk geacht op de 8ste dag na de opneming te zijn goedgekeurd.
  5. Geschiedt de opneming niet binnen de termijn als bedoeld in het tweede lid, dan kan de aannemer bij aangetekende brief een nieuwe uitnodiging zenden aan de opdrachtgever om tot opneming van het werk over te gaan binnen acht dagen. Voldoet de opdrachtgever niet aan dit verzoek, dan wordt het werk geacht op de achtste dag na de verzending van die brief te zijn goedgekeurd.
  6. Kleine gebreken, die gevoeglijk vóór een nog volgende betalingstermijn kunnen worden hersteld, zullen geen reden tot onthouding van goedkeuring mogen zijn, mits zij een eventuele ingebruikneming niet in de weg staan. De aannemer is gehouden de in dit lid bedoelde gebreken zo spoedig mogelijk te herstellen.
  7. Met betrekking tot een heropneming na onthouding van goedkeuring vinden de bovengemelde bepalingen overeenkomstige toepassing.
  8. Bij een heropneming zullen andere grebreken dan die, welke overeenkomstig het zesde lid aan de aannemer zijn opgegeven, alleen dan reden tot hernieuwde onthouding van goedkeuring kunnen zijn, indien zij eerst na de voorafgegane opneming aan de dag zijn getreden.


Artikel 9 Oplevering

  1. Het werk wordt als opgeleverd beschouwd, indien het overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 is of geacht wordt te zijn goedgekeurd. De dag, waarop het werk is of geacht wordt te zijn goedgekeurd, geldt als de dag waarop het werk als opgeleverd wordt beschouwd.


Artikel 10 Betaling

  1. Betaling vindt plaats volgens het tussen partijen overeen te komen betalingsschema doch, bij gebreke daarvan, uiterlijk 7 dagen na oplevering ex artikel 9.
  2. Tenzij een andere betalingstermijn is overeengekomen dient betaling te geschieden binnen 14 kalenderdagen na de factuurdatum op een door de aannemer aan te wijzen bank- of girorekening, alles zonder enig recht op korting of verrekening.
  3. Indien de opdrachtgever niet binnen de termijn zoals genoemd in het 2e lid heeft betaald, is hij van rechtswege in verzuim zonder dat een nadere ingebrekestelling is vereist. De aannemer heeft recht op vergoeding van de wettelijke handelsrente (art. 6:119a BW) met ingang van de dag waarop betaling uiterlijk had moeten plaatsvinden.
  4. De aannemer is gerechtigd tot verrekening.
  5. De factuur van de aannemer biedt een volledig overzicht van al hetgeen partijen over en weer ingevolge de overeenkomst verschuldigd zijn. In de factuur wordt daartoe onder meer overeengekomen:
    • de aannemingssom;
    • een specificatie van het meer en minderwerk ex artikel 14;
  6. De opdrachtgever is niet gerechtigd tot verrekening van de factuur met de door haar geleden schade.


Artikel 11 Schorsing van het werk

  1. De opdrachtgever is bevoegd de uitvoering van het werk voor het geheel of voor een gedeelte te schorsen.
  2. Voorzieningen, die de aannemer ten gevolge van de schorsing moet treffen, worden als meerwerk met hem verrekend. Schade, die de aannemer ten gevolge van de schorsing lijdt, wordt hem vergoed.
  3. Indien de schorsing langer dan 1 maand duurt, kan de aannemer bovendien vorderen, dat een evenredige betaling voor het uitgevoerde gedeelte van het werk plaats heeft.
  4. Indien de schorsing van het werk langer duurt dan 2 maanden, is de aannemer bevoegd het werk in onvoltooide staat te beëindigen. In dat geval wordt overeenkomstig het vorige lid afgerekend.
  5. De opdrachtgever is, in afwijking van het bepaalde in artikel 7:764 BW, niet bevoegd de overeenkomst door gehele of gedeeltelijke opzegging te beëindigen.


Artikel 12 Onmogelijkheid van uitvoering

  1. Indien de uitvoering van het werk onmogelijk wordt doordat het object tenietgaat of verloren gaat zonder dat dit aan de aannemer kan worden toegerekend, is deze gerechtigd tot een evenredig deel van de overeengekomen prijs op grondslag van de verrichte arbeid en gemaakte kosten. In geval van opzet of grove schuld van de opdrachtgever heeft opdrachtnemer recht op de volledige aanneemsom, vermeerderd met de kosten die hij als gevolg van de niet voltooiing heeft moeten maken.


Artikel 13 Meer en minder werk

  1. Verrekening van meer en minder werk vindt plaats:
    1. in geval van wijzigingen in de overeenkomst dan wel de voorwaarden van uitvoering;
    2. in geval van afwijkingen van de bedragen van de stelposten;
    3. in geval van afwijkingen van verrekenbare hoeveelheden
  2. De verrekening van het meer werk geschiedt door bijbetaling, die van het minder werk door inhouding op de aannemingssom. De opdrachtgever en de aannemer komen overeen op welke wijze – ineens of in gedeelten – en wanneer de verrekening geschiedt van het meer en het minder werk of, indien er zowel van meer als van minder werk sprake is, van het saldo daarvan.
  3. Indien omtrent wijze en tijdstip van de verrekening van het meer werk niet is overeengekomen, geschiedt deze verrekening ineens na de voltooiing van het meer werk.
  4. Indien omtrent wijze en tijdstip van de verrekening van het minder werk niets is overeengekomen, geschiedt deze verrekening ineens bij de eindafrekening van het werk.
  5. Indien bij de eindafrekening van het werk blijkt, dat het totaal van het reeds verrekende en het nog te verrekenen minder werk dat van het reeds verrekende en het nog te verrekenen meer werk overtreft, heeft de aannemer recht op een bedrag gelijk aan 10% van het verschil van deze totalen. Het in dit lid bepaalde lijdt uitzondering, voor zover het minder werk het gevolg is van een verzoek van de aannemer om minder te mogen uitvoeren dan in de overeenkomst is bepaald.


Artikel 14 Aansprakelijkheid

  1. Na de dag, waarop het werk overeenkomstig het bepaalde in artikel 9 als opgeleverd wordt beschouwd, is de aannemer niet meer aansprakelijk voor tekortkomingen aan het werk.
  2. Het in het eerste lid bepaalde lijdt uitzondering indien sprake is van een gebrek:
  1. dat toe te rekenen is aan de aannemer en
  2. dat bovendien ondanks nauwlettend toezicht tijdens de uitvoering dan wel bij de opening van het werk door de opdrachtgever redelijkerwijs niet onderkend had kunnen worden en waarvan
  3. de aannemer binnen een redelijke termijn na de ontdekking mededeling is gedaan.
  1. De rechtsvordering uit hoofde van een gebrek waarvoor de aannemer krachtens het tweede lid aansprakelijk is, is niet ontvankelijk indien zij wordt ingesteld na verloop van 2 jaren na de in het eerste lid bedoelde dag.
  2. De aannemer is slechts aansprakelijk voor schade aan het werk, aan eigendommen van de opdrachtgever of voor enige andere directe schade van de opdrachtgever indien deze is te wijten aan opzet of bewuste roekeloosheid van de aannemer, zijn personeel of zijn onderaannemers.
  3. De aansprakelijkheid van de aannemer wegens tekortkomingen in het werk en schade, is te allen tijde beperkt tot het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verzekerd en waarvoor daadwerkelijk dekking wordt verleend. Onverminderd het voorgaande zal de aannemer nimmer voor meer aansprakelijk gehouden kunnen worden dan een bedrag gelijk aan de aanneemsom.
  4. De aannemer is uitsluitend aansprakelijk voor directe schade. Onder directe schade wordt uitsluitend verstaan de redelijke kosten ter vaststelling van de oorzaak en de omvang van de schade, voor zover de vaststelling betrekking heeft op schade in de zin van deze voorwaarden. De aannemer is nimmer aansprakelijk voor indirecte schade waaronder winstderving, bedrijfsstagnatie of andere gevolgschade van de opdrachtgever.
  5. De aannemer is nimmer aansprakelijk voor schade als gevolg van stoffen en/of verontreinigingen, die schadelijk kunnen zijn voor het milieu en/of de volksgezondheid dan wel vallen onder het begrip (klein) gevaarlijk afval.
  6. De aannemer is niet aansprakelijk voor schade aan en/of verlies of vernietiging van goederen of zaken van de opdrachtgever, veroorzaakt door radioactieve stoffen, verborgen bommen, landmijnen of explosieven, achtergelaten voor de aanvang van de (sloop)werkzaamheden.
  7. Indien materialen, bouwstoffen of hulpmiddelen, die de opdrachtgever ter beschikking heeft gesteld, dan wel door hem zijn voorgeschreven, gebreken vertonen, is de opdrachtgever aansprakelijk voor de daardoor veroorzaakte schade.
  8. Indien na de totstandkoming van de overeenkomst blijkt dat het bouwterrein verontreinigd is of de uit het werk komende bouwstoffen verontreinigd zijn, is de opdrachtgever aansprakelijk voor de daaruit voor het werk voortvloeiende gevolgen.


Artikel 15 Overmacht

  1. De aannemer is niet gehouden tot het nakomen van enige verplichting jegens de opdrachtgever indien hij daartoe gehinderd wordt als gevolg van een omstandigheid die niet is te wijten aan zijn schuld, en noch krachtens de wet, een rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
  2. Onder overmacht in de zin van deze algemene voorwaarden wordt verstaan, naast hetgeen daaromtrent in de wet en jurisprudentie wordt begrepen, omstandigheden die de nakoming van enige op een partij rustende verbintenis hinderen en die niet aan enige partij zijn toe te rekenen.
  3. Gedurende de periode van overmacht worden alle verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst opgeschort. Indien de periode uit de eerste volzin langer duurt dan 3 maanden zijn beide partijen bevoegd de overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst te ontbinden. In dat geval ontstaat er geen verplichting tot schadevergoeding.
  4. Voor zover de aannemer ten tijde van het intreden van de overmacht zijn verplichtingen uit de overeenkomst inmiddels gedeeltelijk is nagekomen of deze zal kunnen nakomen, en daaraan zelfstandige waarde toekomt, is de aannemer gerechtigd om het reeds nagekomen respectievelijk na te komen gedeelte separaat te factureren. De opdrachtgever is gehouden de factuur te voldoen als ware er sprake van een afzonderlijke overeenkomst.


Artikel 16 Beëindiging van de overeenkomst

  1. De aannemer is gerechtigd de overeenkomst geheel of gedeeltelijk – zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst is vereist – door middel van een schriftelijke mededeling te ontbinden, onverminderd het recht op schadevergoeding indien:
    1. een of meer bepalingen van de overeenkomst, waaronder begrepen deze algemene voorwaarden, niet of niet tijdig of niet behoorlijk wordt nageleefd door de opdrachtgever;
    2. de opdrachtgever een akkoord aan zijn crediteuren aanbiedt, zijn faillissement of (voorlopige) surseance van betaling aanvraagt, dan wel krachtens wetsbepaling onder bewind, beheer of curatele wordt gesteld;
    3. indien de opdrachtgever failliet wordt verklaard;
    4. indien de opdrachtgever (onderdelen van) zijn onderneming geheel of gedeeltelijk stillegt.
  2. Indien de overeenkomst wordt ontbonden zijn de vorderingen van de aannemer op de opdrachtgever onmiddellijk opeisbaar.
  3. Indien de aannemer tot ontbinding overgaat is hij niet gehouden tot schadevergoeding of schadeloosstelling.


Artikel 17 Toepasselijk recht en geschillen

Op deze algemene voorwaarden alsmede op alle offertes en overeenkomsten waarop deze algemene voorwaarden van toepassing zijn, is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Geschillen worden in eerste aanleg voorgelegd aan de bevoegde rechter van de Rechtbank Den Haag.